Patronen

Een kind zal nooit vrijwillig (zonder beïnvloeding) een liefhebbende ouder afwijzen. De beïnvloedende ouder moet daarom moeite doen om zijn/haar kind zover te krijgen. Sommige factoren kunnen daarin van invloed zijn. Zoals opa's en oma's die meewerken met het afwijzen van de andere ouder. Of de leeftijd van je kind. Als je net begint te puberen, ben je veel makkelijker te beïnvloeden. Het is vooral een bepaalde grondhouding van de beïnvloedende (verstotende) ouder die een klimaat creëert van negativiteit over de andere ouder.

Niet alle beïnvloedende ouders hebben het concrete doel om het kind te verwijderen van de andere ouder. Deze ouders beseffen vaak niet dat de afgewezen ouder ook deels in je kind zit. Als je de andere ouder afwijst, wijs je ook alles af waarin je kind op de andere ouder lijkt. De ouders die wel uit zijn op contactverlies hebben vaak een financieel of wraakzuchtig motief. Deze categorie ouders maakt zeker (bewust) gebruik van de volgende strategieën:

Diskwalificeren

  • Niet nakomen van de (gerechtelijke) contactregeling en ouderschapsplan.
  • De andere ouder niet informeren over het welzijn en de ontwikkeling van je kind.
  • Vakanties en verblijfplaatsen van je kind niet doorgeven aan de andere ouder. Geen toestemming vragen voor verblijf in het buitenland.
  • Je kind zelf laten bepalen of het al dan niet naar de andere ouder gaat. De verantwoordelijkheid voor het contact met de andere ouder ligt volledig bij je kind
  • Je kind steunen in de weigering om contact te hebben met de andere ouder.
  • Je kind de andere ouder bij de voornaam laten noemen.
  • Toewijzen van de vader- of moederrol aan de nieuwe partner. Je kind aanmoedigen vader of moeder te zeggen tegen deze stiefouder.

Beïnvloeden/ manipuleren

  • Veelvuldig contact zoeken met je kind als deze bij de andere ouder is. Mijn dochters stiefmoeder had op de achtergrond onafgebroken contact vanaf dat ze 9 jaar oud was. In het jaar vóór haar overstap soms wel 77 appjes op 1 dag!
  • Zonder gegronde, aantoonbare reden de indruk wekken dat de andere ouder onveilig is voor je kind. Kwaadspreken over de andere ouder in de sociale omgeving van je kind en uitsluitende negatieve informatie over de andere ouder delen met je kind.
  • Je kind zaken vertellen over de ex-partnerrelatie waar het niets mee te maken heeft. Of leugens vertellen over het verleden.
  • Conflicten veroorzaken tussen je kind en de andere ouder.
  • Boos of verdrietig reageren op je kind als het contact heeft met de ander ouder (de andere ouder kan gemist worden, jij niet).
  • Geen problemen oplossen samen met het kind ten aanzien van een realistische tekortkoming van de andere ouder zoals dit wel ten opzichte van een leraar, een vriend of wie dan ook zou gebeuren.
  • Je kind als gelijke behandelen.

Controleren

  • Het niet toestaan dat er foto’s van de andere ouder in huis zijn of cadeaus of spullen (zonder daar belachelijk over te doen).
  • Weghouden van kaarten/brieven en cadeaus die de andere ouder aan je kind gegeven heeft.
  • De communicatie tussen je kind en de andere ouder controleren.
  • Betrekken van derden bij afstand creëren tot de andere ouder (school, vrienden).
  • Beperken (of verbieden) van contact tussen je kind en de familie van de andere ouder.
  • Je kind aan een kruisverhoor onderwerpen over wat er met de andere ouder gecommuniceerd is.

Kinderen die hieraan blootgesteld worden en daardoor in een loyaliteitsconflict terecht komen, zou je moeten helpen.